In 2015 zijn rioolinspecties uitgevoerd om de onderhoudsstaat van de oudere riolen te toetsen. Hierbij is ook de riolering in het MEO-terrein in kaart gebracht en geïnspecteerd. Op basis van de resultaten is een maatregelenplan gemaakt, waarbij is vastgesteld of de riolering nog kan blijven liggen, of plaatselijke reparatie nodig is, of de riolering gerelined moeten worden of dat deze volledig vervangen moet worden. Deze cyclus van inspecteren, interpreteren, uitvoeren en controleren is een doorlopende activiteit. In 2017 worden nieuwe rioolinspecties uitgevoerd.
Door rioolinspecties ontstaat een steeds scherper beeld van de status van de riolering, terwijl door de steeds groter wordende variëteit aan technische herstelmaatregelen steeds efficiënter de riolering onderhouden kan worden. Hierbij wordt overgegaan naar risico-gestuurd rioolbeheer. Dat leidt er toe dat het rioolbudget naar beneden bijgesteld is naar € 2,5 mln per jaar en dat hiermee voldaan kan worden aan de bestuursafspraken volgens het Bestuursakkoord Water (BAW). In het BAW is immers vastgelegd dat de waterketenpartners (drinkwaterbedrijven, gemeenten vanuit de rioleringstaak en waterschappen vanuit de zuiveringstaak) de verwachte kostenstijging in 2020 naar beneden moeten afbuigen. Voor de gemeenten en waterschappen is een gezamenlijke taakstelling neergelegd van €380 mln minder-meerkosten. Voor de drinkwatermaatschappijen ook nog eens € 70 mln.
Drainage
De laatste jaren is onderzoek verricht naar de ligging van drainage en de onderhoudsstaat van deze drainage. Inmiddels is op dezelfde manier als bij riolering bekend waar drainage ligt en in welke onderhoudsstaat deze zich bevindt. Om grondwateroverlast op te heffen of het ontstaan in de toekomst te voorkomen wordt bij rioolvervanging drainage meegelegd. De hoeveelheid te onderhouden drainage neemt daarom toe.